Beschermingsbewind
Beschermingsbewind over goederen is bedoeld voor mensen die door hun lichamelijke of geestelijke toestand, tijdelijk of blijvend niet in staat zijn om hun financiële belangen te behartigen. In dat geval wordt er door de kantonrechter een bewindvoerder benoemd die de financiële belangenbehartiging overneemt. Het is niet altijd nodig om alle goederen van iemand onder bewind te stellen. Soms kan er met een bewind alleen over bepaalde goederen worden volstaan. In de aanvraag moet dan wel precies worden aangegeven om welke goederen het dan moet gaan. Zijn de goederen van iemand, geheel of gedeeltelijk, onder bewind gesteld dan mag die persoon niet meer zelfstandig daarover beslissen. U mag bijvoorbeeld niets van de onder bewind gestelde goederen verkopen zonder toestemming van de bewindvoerder. Ook mogen er geen nieuwe financiële verplichtingen worden aangegaan zonder toestemming van de bewindvoerder.
In eerste instantie kan de betrokkene zelf de maatregel aanvragen. Verder kan de partner dat verzoek doen en ook familieleden tot de 4de graad. Dat zijn ouders, grootouders, kinderen en kleinkinderen, een ook de broers en zusters, ooms en tantes en neven en nichten. Daarnaast kan de Officier van Justitie hierom verzoeken als er geen familie meer is, of als de familie goede redenen heeft om het verzoek niet zelf te doen.
Het verzoekschrift wordt voorzien van een uittreksel uit de Gemeentelijke Basisadministratie en wordt ingediend bij de Rechtbank van het Arrondissement waarin U woont. U ontvangt vervolgens een uitnodiging om op de zitting te verschijnen. Op deze zitting kunt u zelf, en eventueel uw familieleden, aangeven waarom een beschermingsbewind is aangevraagd. De Kantonrechter beslist en vermeldt in de schriftelijke beslissing welke bewindvoerder is benoemd en welke goederen er onder het bewind vallen. Binnen een week na de zitting ontvangt u, en de benoemde bewindvoerder, deze schriftelijke beslissing.
De bewindvoerder behartigt alleen iemands financiële belangen. De bewindvoerder maakt kort na zijn benoeming een beschrijving van alle goederen die onder het bewind vallen. Bij beschermingsbewind wordt het vermogen van de betrokkene beheerd.
De bewindvoerder vanaf datum uitspraak beschermingsbewind voor de dagelijkse financiële zaken. Hij controleert de inkomsten, vraagt ontbrekende voorzieningen aan, zorgt ervoor dat de vaste lasten tijdig betaald worden en voorziet u volgens afspraak van leefgeld. Hij vraagt de benodigde voorzieningen aan zoals huurtoeslag, zorgtoeslag, bijzondere bijstand, kwijtschelding gemeentelijke- en waterschapsbelastingen. Daarnaast kan de bewindvoerder betalingsregelingen treffen voor ontstane achterstanden in de vaste lasten. Ook kan hij bemiddelen om bij de bevoegde instanties een schuldhulpverlening op te starten.
Primaire taken bewindvoerder:
De betaling van de vaste lasten:
- leefgeld.
- huur/hypotheek.
- energiekosten.
- ziektekostenverzekering.
- gemeentelijke belastingen (mits kwijtschelding).
- waterschapsbelasting (mits kwijtschelding).
- noodzakelijke verzekeringen.
- noodzakelijke betalingsregelingen.
- maandkosten bewindvoering (mits bijzondere bijstand).
Verplichte taken bewindvoerder:
- plan van aanpak opstellen.
- belastingaangifte box 1.
- aanvragen van alle benodigde toeslagen.
- aanvragen van kwijtscheldingen.
- afsluiten van noodzakelijke verzekeringen.
- aanvragen bijzondere bijstand.
- de behandeling van de post.
- benodigde hulp aanvragen en inschakelen van derden.
Schuldhulpverlening behoort niet primair toe aan de taken van de bewindvoering. Iedere bewindvoerder moet in het begin van de bewindvoering een schuldinventarisatie maken vanuit de aangeleverde schuldbescheiden en deze vermelden op de boedelbeschrijving. De keuze van de bewindvoerder kan zijn om betalingsregelingen te treffen voor schulden in de vaste lasten, meestal bedoeld om huisontruiming, afsluiting energie of water te voorkomen. U blijft gedurende de bewindvoering verantwoordelijk voor de inkomsten en blijft verantwoordelijk voor de schulden.
Het eerstvolgende doel voor de bewindvoerder is, zeker in een zogenaamde schuldbewind, om te zorgen voor stabiliteit. Dit is de balans tussen inkomsten en uitgaven. Ook mogen er geen nieuwe schulden worden of zijn gemaakt vanaf de datum onderbewindstelling. Als er sprake is van een verslaving, t.w. alcohol-, drugs- of gokverslaving, zal de betreffende hulpverlening ook onderdeel maken van het stabilisatietraject. Als er in een schuldbewind sprake is van een stabiele situatie, dan kan de schuldhulpverlening worden aangevraagd bij de Kredietbank. Hierbij kan de bewindvoerder een rol spelen. Dat is echter geen verplichting. Nogmaals, u blijft verantwoordelijk voor de schulden en het oplossen daarvan. Een sociale bewindvoerder zal zorgen voor begeleiding.
Wat zijn de bevoegdheden van de kantonrechter als het gaat over het toezicht op bewindvoerders?
Als een bewindvoerder zijn werk niet goed doet, kan de kantonrechter een bewindvoerder ontslaan. In afwachting van nader onderzoek kan de Kantonrechter een bewindvoerder ook schorsen. De Kantonrechter kan alleen de werkwijze van een bewindvoerder in een concrete zaak controleren. Meestal doet de Kantonrechter dat achteraf, aan de hand van de jaarlijkse rekening en verantwoording.
Wanneer eindigt het beschermingsbewind?
Het beschermingsbewind eindigt door:Het overlijden van de betrokkene.
Onder curatele stelling van betrokkene.
Door opheffing. De betrokkene zelf of de bewindvoerder kunnen om opheffing van het bewind vragen aan de Kantonrechter. De Kantonrechter zal dan beoordelen of de oorzaken die aanleiding hebben gegeven tot het beschermingsbewind nog bestaan. Wanneer dit niet meer het geval is, kan het beschermingsbewind door de Kantonrechter worden opgeheven.
Hoe is de controle op bewindvoerders in de praktijk geregeld?
De bewindvoerder moet binnen enkele weken na zijn benoeming een boedelbeschrijving inleveren bij de Kantonrechter. Een boedelbeschrijving is een opgave van het vermogen van de betrokkene op de datum waarop het beschermingsbewind is uitgesproken. Daarbij horen ook het inkomen, de vaste lasten en de schulden.
De bewindvoerder moet ieder jaar een overzicht van de inkomsten en uitgaven naar de Rechtbank sturen met de actuele stand van de bankrekeningen en de schulden. Als de onderbewindgestelde de jaarlijkse rekening en verantwoording niet zelf kan controleren, dient de Kantonrechter die controle uit te voeren.